Het met licht plantaardige- en dierlijke vetten en bezinkbaar slib verontreinigde afvalwater wordt via het afvoersysteem afgevoerd naar de vetafscheiderinstallatie. Via de speciaal ontworpen inlaatkast, afgeleid van het EKOPAKT-principe, wordt het afvalwater in de put geleid. Door dit deelstroomprincipe wordt de reeds afgescheiden fractie niet opnieuw vermengd. Na intrede krijgen slibdeeltjes de kans zich af te scheiden en te bezinken naar de bodem. Tegelijk zullen de aanwezige vetten zich naar de oppervlakte bewegen vanwege het gravitaire gewichtsverschil en een drijflaag vormen. Aan de uitlaat zal de stijgbuis met vloeistofvertraging er voor zorgen dat zowel de drijflaag als het bezinksel de put niet kunnen verlaten. In- en uitlaatconstructie zijn zo ontworpen dat deze te allen tijde eenvoudig gereinigd kunnen worden. Indien hoge afvalwatertemperaturen verwacht worden, bvb. t.g.v. afwasmachines, is het raadzaam een extra slibvangput voor de installatie te plaatsen. Hierdoor creëren we een grotere verblijftijd zodat het afvalwater de tijd krijgt af te koelen. Een te hoge afvalwatertemperatuur kan de afscheiderwerking immers nadelig beïnvloeden. Door toepassing van meer natuurkundige principes zoals vloeistofvertraging en -verdeling, verlenging van de af te leggen weg van inlaat tot uitlaat, adhesie- en cohesiekrachten, kan het afscheiderrendement, middels empirisch onderzoek, geoptimaliseerd worden. Voor het bepalen van de capaciteit is de norm EN 1825-2 verplicht. U kan steeds contact opnemen met onze commerciële dienst om u bij te staan bij het bepalen van het juiste toestel.
Vetvangers worden toegepast voor het verwijderen van dierlijke en plantaardige vetten uit afvalwater. Gevolg is dat in het rioolstelsel minder vetten terecht komen die verstoppingen kunnen veroorzaken of zorgen voor beschadigingen aan de binnenwand van de leidingen. Met vetvangers kan u zowel de levensduur van het leidingwerk verlengen alsook de onderhoudskosten beperken. Daarnaast zijn deze vetten ook nadelig voor de biologische werking van bacteriën in waterzuiveringsstations. Vetvangers zijn steeds geïntegreerde systemen, die zowel bezinkbare als drijvende vetten afscheiden volgens het gravitatieprincipe.
Qua structurele stabiliteit bieden betonnen vetvangers diverse voordelen. U heeft de keuze uit vetvangers voor zowel klasse B125kN (licht verkeer, personenwagens) als D400kN (zwaarverkeer, wegenis).
De vetvangers voldoen aan de richtlijnen van de EN-1825
Type (ID) | Nominale grootte (l/s) | Slibvang volume (l) | Vetopslag volume (l) | Inwendige diameter | DN | Certificaten |
---|---|---|---|---|---|---|
VCE 2-4/400 | 4 | 452 | 250 | 1200 | 125 | CE |
VCE 7-10/1000 | 10 | 1005 | 480 | 1500 | 150 | CE |
VCE 7-10/1400 | 10 | 1450 | 480 | 1500 | 150 | CE |
Type | Diameter | Hoogte | Kg/st |
---|---|---|---|
Vetvanger 560 | 150/82 | 107 | 850 |
Vetvanger 800 | 149 | 118 | 1400 |
Vetvanger 2000 | 223 | 172 | 2000 à 3600 |